Korte nieuwsberichten over project Meet Weet Weidegang
Terug naar overzicht18-08-2025
Deelnemer van het project aan het woord
Jan Aantjes melkt in Streefkerk 125 roodbonte koeien op 110 hectare grond. De melkveehouder is ook bestuurlijk actief en koos bewust voor deelname aan het project MeetWeetWeidegang. Koos bewust voor het realtime monitoren van het aantal uren dat zijn koeien weiden.
Welke aanleiding had jouw keuze om aan te haken?
‘’Wij weiden veel. En in mijn ogen is dat ondergewaardeerd. Verder vind ik het leuk om iets nieuws te proberen dat bij de filosofie van ons bedrijf past. Een filosofie om met een lage input op ons extensieve bedrijf een goede boterham te verdienen.“
Hoe helpt dit project veel weiden te waarderen?
“Als we die extra uren weiden op een geborgde manier kunnen aantonen, dan zou de consument dit type bedrijfsvoering moeten belonen. Dat kan via de weidepremie van melkverwerkers, maar ook door de middelen uit de ecoregeling van het GLB te differentiëren. Vergis je niet, veel weiden kost geld. Ik heb zeker anderhalf uur werk per dag door weidegang. En een goed kavelpad kost ook geld. Ik zie te veel bedrijven met kapotgereden kavelpaden. Een gevolg van grotere machines die er in de loop der jaren gekomen zijn. Wil je goed weiden heb je een goede verkaveling en een goed kavelpad nodig.”
De trend van weidegang is de laatste jaren neerwaarts. Kan het project een bijdrage leveren aan het keren van die trend?
“Ik hoop dat de geborgde uren weidegang het mogelijk maken om te differentiëren in de beloning. Dat is nodig want weiden is niet sexy. Voor 1,5 cent doen boeren de koeien niet naar buiten. Opstallen heeft vaak een diepere reden. Neem die goede kavelpaden. Als ik bedrijven bezoek die opstallen ontbreekt het daar vaak aan.”
Doelsturing krijgt veel aandacht bij beleidsmakers, welke rol zie je daarbij voor dit project?
“Als je kunt aantonen dat jouw koeien meer uren weiden is de emissie van ammoniak lager. Op die manier kun je op geborgde wijze emissie reduceren. Dat zou in mijn ogen ook meer gewaardeerd moeten zijn in het beleid.”
Terug naar overzicht